dinsdag 24 juni 2008

Teksten in Spreuken en in Psalm 104 in de Bijbel en hun Egyptische oorsprong — Promotie van Sirje Reichmann

Aangepaste teksten
Donderdag 26 juni 2008, 's middags om 16:15 uur, zal in de Aula van het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen, de promotie plaatshebben van de in 1974 in de Bondsrepubliek Duitsland geboren Sirje Reichmann. Zij studeerde aan de Universiteit van Hamburg; haar promotieonderzoek heeft zij als Ubbo Emmiusbursaal bij de Faculteit der Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen aan de Rijksuniversiteit van Groningen gedaan en het resultaat daarvan is een dissertatie, getiteld Bei Übernahme Korrektur?Aufnahme and Wandlung ägyptischer Tradition und das Alte Testament, welke zij die bewuste middag zal verdedigen. Promotor van Sirje Reichmann is prof. dr. E. Noort.

Oude Testament
Sirje Reichmann heeft haar onderzoek toegespitst op de beïnvloeding die is uitgegaan van de reeds bestaande Egyptische literatuur op bepaalde teksten in het Oude Testament. Twee teksten is ze daarbij op het spoor gekomen, die volgens haar bewst afwijkende vertalingen zijn van Egyptische teksten. Als gevolg van die afwijkingen is het bestaande verband tussen de verschillende teksten in kwestie geruime tijd van de hand gewezen. De promovenda is echter van mening dat het onmogelijk is een tekst altijd letterlijk te vertalen, maar is er altijd sprake va interpretaties.
De twee teksten die zij aan een diepgaand onderzoek heeft onderworpen, zijn De Grote Zonnenhymne van Echnaton, welke volgens mevrouw Reichmann de bijbelse Psalm 104 heeft beïnvloed; en voorts dat de inhoud van Hoofdstuk 22, vers 17 tot en met Hoofdstuk 24, vers 22 van het Bijbelboek Spreuken invloeden van de leer van Amenemope heeft ondergaan.

Oriëntaalse bilinguen en trilinguen
Om de complexiteit van een vertaalproces enigszins inzichtelijk te maken, vergelijkt Sirje Reichmann eerst drie oud-Oriëntaalse bilinguen en trilinguen met elkaar, en daarmee creëert zij een kader voor de problematiek van vertaling, zoals die in de oud-Oriëntaalse wereld bestond. Daardoor is gebleken dat bij een dergelijke vertaling niet alleen aanpassingen, maar ook opvallende wijzigingen kunnen plaatsvinden.
Daarna heeft de promovenda onderzocht of er in de opgemelde Hebreeuwse teksten sprake is van deelvertalingen van de Egyptische teksten gaat. Die tekstvergelijking heeft overduidelijk aan het licht gebracht, dat er een grote overeenkomst bestaat in thema's en motieven, maar dat de uiteindelijke teksten qua letterlijke formulering zich van elkaar kunnen onderscheiden. En het zijn nu juist de afwijkingen welke worden aangegrepen als argument voor de afwijzing van de literaire afhankelijkheid tussen oud-Oriëntaalse teksten en die in de Bijbel. Maar dat onderscheid ontstaat, zo argumenteert Silje Reichmann, tijdens het vertaalproces zelf, en met die vaststelling is de weg vrij voor de these dat de beïnvloeding van de teksten in de Bijbel door oudere Egyptische teksten wel degelijk bestaat. Zij is van mening dat er bij de hier aangehaalde bijbelteksten sprake is van een bewust variërende vertaling.

Afbeeldingen
1. Voorzijde van de tweetalige Reclam-uitgave van de Sonnenhymnen van Echnaton. Voor geïnteresseerden in de teksten een ideale uitgave, die in 2007 is verschenen en voor zeer weinig geld te koop is. (Prijs in de Bondsrepubliek en in Nederland bij Boekhandel Die Weisse Rose te Amsterdam is € 3,60. Reclam Universal-Bibliothek 18492; ISBN 978-3-15-018492-9.)
2. Voorzijde van Het Zonnelied van Achnaton, zoals in 1938 uitgegeven door de Wereldbibliotheek-Vereeniging te Amsterdam. De afbeelding toont een zolderpatroon uit een Thebetaans graf van omstreeks 1330 vóór onze jaartelling. Het boekje is relatief zeldzaam maar niet geheel onvindbaar.
3. Afbeelding op het achterplat van het onder 2. genoemde boekje. Het behoort bij de daar omschreven afbeelding.

Geen opmerkingen: